Antroposofie

De grondslag van de antroposofie is ontwikkeld door de Oostenrijkse filosoof Rudolf Steiner (1862-1925). Antroposofie is te omschrijven als: het je bewust willen worden van wat 'mens-zijn' is. Het woord is ontleend aan twee Grieksewoorden: Antropos (mens) en Sofia (wijsheid, kennis).

Het kind wordt gezien als een unieke persoonlijkheid dat zijn eigen, unieke levensweg zal gaan; de opvoeder heeft hierbij een voorwaardenscheppende rol. Het kleine kind is een nabootsend wezen. Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij de omgeving en alles wat wij het kind aanbieden. Jonge kinderen beleven hun omgeving intens met al hun zintuigen. Daarom is het van groot belang een verzorgde, liefdevolle en vertrouwde omgeving te creëren.

Ook al herinneren we het ons niet, de vroegste ervaringen zitten het diepst. Daarom geven wij de zintuiglijke omgeving van het kleine kind bewust vorm, door het te omringen met mooie, goede en waarachtige dingen. Hiermee kan het kind een basisvertrouwen - belangrijk voor het hele leven - ontwikkelen.

Door als leidster/volwassene een goede band op te bouwen met elk kind, gaan weervan uit dat het kind zich veilig en vertrouwd gaat voelen en zich zo optimaal kan ontwikkelen. Zorg voor andere kinderen, zelfredzaamheid en zelfstandigheid worden gestimuleerd. Het vrije spel is daarbij voor het jonge kind onontbeerlijk, hierin worden belevenissen verwerkt. Het spel is vaak ook de eerste sociale oefening waarin het andere kinderen ontmoet. Spelen is doen en leren. Spelen is leven, scheppen, bewegen en sociaal contact maken.

Wij helpen het kind zelf zijn eigen vaardigheden te ontdekken en te ontwikkelen door de wil te stimuleren, opdat het, als volwassene, het doorzettingsvermogen zal bezitten om daadwerkelijk uit te voeren wat het zich tot doel heeft gesteld.

Opvoedkunde vanuit antroposofisch perspectief is herkenbaar aan een aantal aspecten die van belang worden geacht voor de ontwikkeling van het jonge kind. Het gaat om:

  • Nabootsing;
  • Rust, ritme en herhaling;
  • Verwondering, eerbied en dankbaarheid;
  • Wilsopvoeding;
  • Het ontwikkelen van de zintuigen: tastzin, bewegingszin, evenwichtszin en levenszin.

Dagritme

Omdat het voor kinderen belangrijk is om ritme en rituelen herkenbaar te maken hanteert de Dreumeltjes een dagritme.Bij baby’s en jonge kinderen wordt rekening gehouden met eigen slaap- en voedingsritmes.

07.00 — 09.00
Ontvangst van kind en ouder. Vrij spel en aansluitend opruimen.
09.30 — 10.00
Aan tafel voor fruit en sap, er worden ook liedjes gezongen die passend zijn voor jaargetijde en feest.
10.00 — 11.30
Vrij spel, buiten spelen of wandelen.
11.30 — 12.30
Gezamenlijk brood eten en thee drinken.
12.30 — 14.30
De kinderen gaan slapen of uitrusten.
14.30 — 15.00
De kinderen komen uit bed.
15.30 — 16.30
Aan tafel voor sap en een rijstwafel / koek / soepstengel. Er worden liedjes gezongen.
16.30 — 18.00
De kinderen worden opgehaald en een mondelinge overdracht vindt plaats. De kinderen spelen buiten of op de groep.

Voeding

De Dreumeltjes heeft gekozen voor biologische voeding. Deze keuze is tweeledig.

Ten eerste omdat we in een tijd leven waarin overgevoeligheden voor kunstmatige toevoegingen in de voeding bij kinderen steeds vaker voorkomen.

Ten tweede wordt door biologische voeding milieu en natuur gespaard. Indien kinderen een speciale voeding hebben nemen de ouders dit zelf mee. Uiteraard kunnen moeders naar de groep komen om borstvoeding te geven. Het is tevens mogelijk om afgekolfde borstvoeding af te geven, zodat dit aan de baby gegeven kan worden.

Het brood dat we met de lunch eten wordt elke dag zelf gebakken door middel van een broodbakmachine. Zo weten we zeker dat er geen kunstmatige toevoegingen gebruikt worden.